ALGEMENE HUURVOORWAARDEN RBK B.V.
Artikel 1: omvang gehuurde
1.1 De door verhuurder te verhuren zaken worden te allen tijde beschouwd als roerende zaken.
1.2 De bedoeling van partijen bij de huur van de roerende zaken [hierna: “het gehuurde”] betreft
tijdelijke huur.
1.3 Onder het gehuurde zijn mede begrepen de in, aan- en rond het gehuurde aanwezige
installaties en voorzieningen, door verhuurder aangebracht ten behoeve van het gehuurde, ook
voor zover deze in de bij deze huurovereenkomst als bijlage toe te voegen door partijen
geparafeerd document “overdracht
van verhuurder aan huurder” en / of document “overdracht
van huurder aan verhuurder” niet zijn opgenomen.
Artikel 2 :staat van het gehuurde
2.1 Het gehuurde evenals alle daarbij behorende roerende zaken worden bij aanvang van de huur
opgeleverd en door huurder aanvaard in de staat zoals opgenomen in het document “overdracht
van verhuurder aan huurder”, althans de staat waarin het zich dan bevindt. Mocht er bij aanvang
van de huurovereenkomst geen document “overdracht van verhuurder aan huurder” zijn
opgemaakt, dan wordt het gehuurde geacht te zijn opgeleverd en aanvaard in de staat die huurder
mag verwachten van een goed onderhouden zaak van de soort waarop de huurovereenkomst
betrekking heeft.
Artikel 3: gebrek
3.1 Er is sprake van een gebrek aan het gehuurde als het gezien de staat of gezien een
eigenschap of een andere niet aan huurder toe te rekenen omstandigheid niet aan huurder het
genot kan verschaffen dat huurder daarvan bij het aangaan van de huurovereenkomst mocht
verwachten.
Artikel 4: inspectie
4.1 Huurder is verplicht het gehuurde vóór ondertekening van het document “overdracht van
verhuurder aan huurder” grondig te inspecteren om na te gaan of het gehuurde geschikt is of door
huurder geschikt kan worden gemaakt voor de bestemming die huurder daar aan wil geven. Gaat
huurder daartoe niet over, dan komt dat volledig voor rekening en risico van huurder. Verhuurder is
enkel gehouden huurder op de hoogte te stellen van aan verhuurder bekende gebreken waarvan
hij weet dat die aan de geschiktheid afbreuk zouden kunnen doen. Verhuurder is niet aansprakelijk
voor de gevolgen van eventuele gebreken, die verhuurder niet kende en niet behoorde te kennen.
Artikel 5: bestemming
5.1 Huurder mag het gehuurde uitsluitend overeenkomstig de overeengekomen bestemming
gebruiken.
Artikel 6: oprichting van het gehuurde
6.1 Huurder bepaalt de plaats waar het gehuurde wordt opgericht. Huurder onderzoekt of en staat
ervoor in dat het gehuurde op de plaats van oprichting veilig en zonder schade aan eigendommen
van huurder of derden en / of inbreuk op andermans rechten kan worden opgericht.
6.2 Huurder licht verhuurder in over de aanwezigheid van leidingen, kabels, buizen en andere
werken op, boven of in de grond.
6.3 Huurder verklaart dat verhuurder hem erop geattendeerd heeft dat met betrekking tot de
aanwezigheid van leidingen, kabels, buizen en andere werken op, boven of in de grond, huurder
zich ondermeer kan verstaan met “Klic” voor informatie, op telefoonnummer 0800-0080.
Verhuurder kan niet aansprakelijk worden gehouden met betrekking tot enige informatie door “Klic”
verstrekt.
6.4 Huurder draagt de volledige verantwoordelijkheid voor leidingen, kabels, grondwerken, etc. die
aanwezig zijn op of boven de locatie waarop het gehuurde dient te worden opgericht, of in de
grond waarop het gehuurde dient te worden opgericht.
6.5 Het terrein waarop het gehuurde dient te worden opgericht, dient horizontaal en geëgaliseerd
te zijn. Verhuurder kan van huurder verlangen dat deze een andere locatie aanwijst, indien de door
huurder aangewezen locatie verhuurder ongeschikt en / of onveilig en / of niet zonder risico voor
schade aan het gehuurde, eigendommen van derden of personen voorkomt. Op het niet gebruik
maken door verhuurder van deze bevoegdheid kan huurder zich niet jegens verhuurder beroepen.
6.6 Huurder staat ervoor in dat op de dag c.q. dagen die nodig zijn voor het afleveren en/of
monteren van het gehuurde door verhuurder, het betreffende terrein geheel vrij en ontruimd is en
goed is te berijden, ook voor [zware] vrachtwagens. Voorzieningen die voor een en ander nodig
zijn, worden door huurder getroffen en komen geheel voor zijn rekening.
Artikel 7: gebruik van het gehuurde
7.1 Indien voor oprichting, gebruik of plaatsing van het gehuurde toestemming nodig is van een
derde, draagt huurder tijdig zorg voor de verkrijging van deze toestemming. Van de toestemming
doet hij verhuurder schriftelijk blijken. Het niet verkrijgen van de vereiste toestemming komt geheel
voor rekening en risico van huurder. Zo huurder aan verhuurder van enige toestemming niet doet
blijken, mag verhuurder ervan uitgaan dat geen toestemming van een derde nodig is. Zo
verhuurder schade lijdt of kosten moet maken ten gevolge van ten tijde van de oprichting van het
gehuurde niet verleende toestemmingen van derden, is huurder gehouden deze schade of kosten
aan verhuurder te vergoeden.
7.2 Aan een derde te betalen vergoedingen voor het plaatsen, geplaatst houden of verwijderen van
het gehuurde, in welke zin dan ook, komen geheel voor rekening en risico van huurder. Eventuele
door verhuurder voldane vergoedingen worden voor rekening van huurder gebracht, ook indien dit
niet specifiek is overeengekomen in de huurprijs, waarborgsom of vergoeding voor levering van
bijkomende diensten.
7.3 Huurder zal het gehuurde gedurende de gehele duur van de huurovereenkomst daadwerkelijk,
geheel, behoorlijk en zelf gebruiken uitsluitend overeenkomstig de aangegeven bestemming.
Huurder zal hierbij rekening houden met bestaande rechten van derden, verplichtingen jegens
derden en van overheidswege en vanwege de nutsbedrijven gestelde of nog te stellen eisen.
7.4 Huurder zal zich gedragen naar de bepalingen van de wet en plaatselijke verordeningen
alsmede naar de gebruiken omtrent huur en verhuur, de voorschriften van de overheid, van de
nutsbedrijven en de verzekeraars en al datgene dat in het maatschappelijk verkeer betamelijk is.
7.5 Huurder zal de mondelinge en schriftelijke aanwijzingen in acht nemen door of namens
verhuurder gegeven in het belang van een behoorlijk gebruik van het gehuurde. Hiertoe behoren
ondermeer aanwijzingen met betrekking tot onderhoud, aanzien en brandveiligheid.
7.6 Verhuurder kan huurder de toegang tot het gehuurde weigeren indien
huurder op het moment
dat deze het gehuurde voor het eerst in gebruik wenst te nemen [nog] niet aan zijn verplichtingen
uit de huurovereenkomst heeft voldaan.
Dit heeft geen gevolgen voor de huuringangsdatum en de uit de huurovereenkomst
voortvloeiende verplichtingen van huurder.
7.7 De huurder is verplicht bij sneeuwval onmiddellijk verwarmingstoestellen in het gehuurde te
[laten] plaatsen en
in te schakelen in het gehuurde,
zodat volledig ontdooiing gegarandeerd is,ter voorkoming van instortingsgevaar in verband met
sneeuw gelegen op het gehuurde.
7.8 Het door verhuurder niet tijdig aan huurder ter beschikking stellen van het gehuurde c.q. het
niet tijdig door verhuurder verwijderen van het gehuurde bij huurder of het
anderszins door verhuurder
niet tijdig nakomen van verplichtingen jegens huurder, zal aan
verhuurder niet kunnen worden toegerekend indien zulks het gevolg is van omstandigheden die
buiten de macht van verhuurder zijn gelegen of anderszins niet voorzienbaar zijn. Als zodanig
hebben in elk geval te gelden: slecht weer, brand, explosie of uitstroming van gevaarlijke stoffen en
/ of gassen of gevaar daarvoor, tekortschieten van huurder of derden zoals toeleveranciers en
transporteurs, ziekte van niet eenvoudig te vervangen personeel, staking, bezetting, blokkade en
overheidsmaatregelen.
7.9 Verhuurder is te allen tijde bevoegd om het gehuurde te betreden.
Artikel 8: [overheids]voorschriften en vergunningen
8.1 Huurder is verantwoordelijk voor en zorgt zelf voor de vereiste ontheffingen en/of
vergunningen, waaronder gebruiksvergunningen in verband met de bestemming van het gehuurde.
De daaraan verbonden kosten zijn voor rekening van huurder. Weigering of intrekking van enige
vergunning zal geen aanleiding kunnen geven tot beëindiging van de huurovereenkomst of tot
enige andere of verdere actie tegen verhuurder.
8.2 Bij aanvang van de huurovereenkomst dient huurder zelf te onderzoeken of het gehuurde
geschikt is voor de bestemming die de huurder aan het gehuurde wil geven. Indien op grond van
overheidsvoorschriften of op grond van voorschriften van andere daartoe bevoegde instanties bij
aanvang van de huurovereenkomst of op een later tijdstip in, op of aan het gehuurde wijzigingen of
voorzieningen nodig zijn in verband met de bestemming die huurder aan het gehuurde wil gegeven
of heeft gegeven, dient huurder zulks onmiddellijk –bij voorkeur schriftelijk- te melden aan
verhuurder opdat verhuurder kan bezien of en, zo ja, wanneer verhuurder deze wijzigingen of
voorzieningen kan aanbrengen of doen aanbrengen. Alsdan zullen de kosten van de
werkzaamheden die hiermee gepaard gaan, volledig voor rekening van de huurder worden
gebracht.
8.3 Indien aan, in of op het gehuurde in verband de daaraan te geven bestemming, wijzigingen of
voorzieningen noodzakelijk zijn, is huurder eveneens ervoor aansprakelijk dat bij de uitvoering van
die werkzaamheden wordt voldaan aan ter zake door de overheid of andere daartoe bevoegde
instanties gestelde of te stellen eisen. Huurder draagt de verantwoordelijkheid dat blijvend aan de
vereisten van afgegeven of af te geven vergunningen wordt voldaan. Verhuurder vrijwaart huurder
derhalve niet tegen [overheids]bevelen tot nader onderzoek of tot het treffen van maatregelen.
Artikel 9: milieu
9.1 Wanneer bij aanvang van de huurovereenkomst een milieuonderzoek is ingesteld ter zake van
het terrein waarop het gehuurde wordt of is geplaatst, en tijdens de duur van de huurovereenkomst
of direct na de beëindiging van de huurovereenkomst – bij een gelijkwaardig onderzoek – onder,
in, aan of rondom het gehuurde hogere concentraties van een of meer stoffen dan die waarop het
eerder onderzoek betrekking had, worden aangetroffen, dan dient de huurder uit de verontreiniging
voortvloeiende schade aan het gehuurde te vergoeden en is huurder ten opzichte van verhuurder
aansprakelijk voor kosten die verband houden met het opheffen van die verontreiniging of het
treffen van maatregelen. Huurder vrijwaart verhuurder ter zake tegen aanspraken van derden,
daaronder begrepen overheidsinstanties.
9.2 Verhuurder vrijwaart huurder niet tegen [overheids] bevindingen tot nader onderzoek of het
treffen van maatregelen.
Artikel 10: verbodsbepalingen en voorschriften van orde
10.1 Het is huurder niet toegestaan:
a. aan het gehuurde constructieve wijzigingen aan te brengen;
b. aan het gehuurde veranderingen of wijzigingen aan te brengen, het gehuurde te beplakken,
beschilderen of anderszins te bewerken, schade aan het gehuurde toe te
brengen door rondgestrooide versieringen zoals serpentine, confetti of andere vervuilers, al dan
niet door toedoen van derden aanwezig in het gehuurde;
c. aan het gehuurde te zagen, spijkeren, knippen, plakken, snijden, bespuiten etc.;
d. in, op, aan of in de directe omgeving van het gehuurde milieugevaarlijke zaken te hebben;
e. het gehuurde zodanig te gebruiken dat door dit gebruik bodem- of andere milieuverontreiniging
optreedt, schade aan het gehuurde kan ontstaan of het aanzien van het gehuurde kan worden
geschaad;
f. om voorwerpen die zwaarder zijn dan 30 kilogram in het gehuurde op te hangen, tenzij de
verhuurder hiervoor vooraf schriftelijke toestemming heeft gegeven.
10.2 Tenzij partijen schriftelijk anders zijn overeengekomen, verleent verhuurder geen
toestemming voor veranderingen en toevoegingen die huurder wenst aan te brengen, indien deze
bij het einde van de huur niet zonder schade aan het gehuurde en niet zonder noemenswaardige
kosten ongedaan kunnen worden gemaakt of wanneer deze veranderingen en toevoegingen niet
noodzakelijk zijn voor een doelmatig gebruik van het gehuurde, dan wel wanneer het huurgenot
niet wordt verhoogd of wanneer zwaarwichtige bezwaren van de zijde van de verhuurder zich
daartegen verzetten.
10.3 Verhuurder heeft het recht om met betrekking tot door huurder gewenste veranderingen of
toevoegingen voorschriften te geven, zoals ten aanzien van de uitvoering, plaats, afmeting en
materiaalkeuze.
10.4 Door huurder al dan niet met toestemming van verhuurder aangebrachte veranderingen en
toevoegingen maken geen deel uit van het gehuurde.
10.5 Voor zover partijen niet schriftelijk anders zijn overeengekomen, moeten door of namens
huurder aangebrachte veranderingen of toevoegingen voor het einde van de huur door huurder
ongedaan zijn gemaakt.
10.6 Huurder zal – indien van toepassing – brandblusvoorzieningen, vluchtwegen, nooddeuren,
noodverlichting en alle overige veiligheidsvoorzieningen in het gehuurde te allen tijde vrij houden.
10.7 Indien door huurder aangebrachte zaken in verband met onderhoudswerkzaamheden,
reparatiewerkzaamheden of verwijdering van het gehuurde bij het einde van de huurperiode, door
verhuurder of derden moeten worden verwijderd, zullen de kosten van verwijdering voor rekening
en risico van huurder komen, zulks ongeacht of verhuurder voor het aanbrengen van de
betreffende zaken toestemming heeft verleend.
Artikel 11: verzoeken / toestemming
11.1 Indien verhuurder of huurder na ondertekening van de huurovereenkomst een afwijking en/of
aanvulling van deze huurovereenkomst verlangt, dient verhuurder of huurder zijn verzoek voor
deze afwijking en/of aanvulling schriftelijk in te dienen bij de andere partij.
11.2 Indien en voor zover in enige bepaling van deze huurovereenkomst de toestemming van
verhuurder of huurder wordt vereist, wordt deze alleen dan geacht te zijn verleend indien deze
schriftelijk is verstrekt.
11.3 Een door verhuurder of huurder gegeven toestemming is eenmalig en geldt niet voor andere
of opvolgende gevallen. Verhuurder of huurder is gerechtigd om aan zijn toestemming
voorwaarden te verbinden.
Artikel 12: onderhuur
12.1 Behoudens voorafgaande schriftelijk toestemming van verhuurder is het huurder niet
toegestaan het gehuurde geheel of gedeeltelijk aan derden in huur, onderhuur of gebruik af te
staan, of wel de huur- of gebruiksrechten geheel of gedeeltelijk aan derden over te dragen.
Artikel 13: wijziging huurprijs
13.1 Verhuurder heeft het recht –mits in de huurovereenkomst overeengekomen- tussentijds de
huurprijs te wijzigen conform de in de huurovereenkomst opgenomen voorwaarden.
Artikel 14: annulering van de huurovereenkomst voor ingang huurperiode
14.1 Huurder is bevoegd de huurovereenkomst te annuleren voordat de huurperiode een aanvang
heeft genomen, mits hij verhuurder dan als volgt schadeloos stelt;
a. 25% van de huurprijs door huurder te betalen bij annulering meer dan 120
dagen voor de ingangsdatum van de huurperiode;
b. 40% van de huurprijs door huurder te betalen bij annulering van de 120ste
dag tot en met de 61ste dag voor de ingangsdatum van de huurperiode;
c. 60% van de huurprijs door huurder te betalen bij annulering van de 60ste
dag tot en met de 31ste dag voor de ingangsdatum van de huurperiode;
d. 70% van de huurprijs door huurder te betalen bij annulering van de 30ste
dag tot en met de 7de dag voor de ingangsdatum van de huurperiode;
e. 100% van de huurprijs door huurder te betalen bij annulering van de 6de
dag en minder voor de ingangsdatum van de huurperiode.
Artikel 15: einde huurovereenkomst of gebruik
15.1 Tenzij schriftelijk anders is overeengekomen zal huurder het gehuurde bij het einde van de
huurovereenkomst of bij het einde van het gebruik van het gehuurde, aan verhuurder opleveren in
de staat die bij aanvang van de huur in het document “overdracht van verhuurder aan huurder” is
beschreven. De staat van het gehuurde bij het einde van de huurovereenkomst of het einde van
het gebruik van het gehuurde, wordt door huurder en verhuurder tezamen opgetekend in het
document “overdracht van huurder aan verhuurder”.
15.2 Mocht bij aanvang van de huur geen document “overdracht van verhuurder aan huurder” of
anderszins een rapport van oplevering van het gehuurde zijn opgemaakt, dan wordt het gehuurde
door huurder bij het einde van de huurovereenkomst of bij het einde van het gebruik aan
verhuurder opgeleverd in de staat die verhuurder mag verwachten van een goed onderhouden
zaak van de soort waarop de huurovereenkomst betrekking heeft, zonder gebreken en behoudens
normale slijtage en veroudering.
15.3 Bij discussie over de staat van het gehuurde bij aanvang van de huur wordt huurder
verondersteld het gehuurde in goede staat en zonder gebreken te hebben ontvangen.
15.4 Indien huurder het gebruik van het gehuurde ontijdig heeft beëindigd is verhuurder gerechtigd
zich op kosten van huurder toegang tot het gehuurde te verschaffen en zich in het bezit daarvan te
stellen, zonder dat huurder enig recht op schadevergoeding heeft.
15.5 Tijdig voor het einde van de huurovereenkomst of het gebruik, dient het gehuurde door
partijen gezamenlijk te worden geïnspecteerd en dient ter zake deze inspectie door partijen het
document “overdracht van huurder aan verhuurder” te worden ingevuld en ondertekend.
15.6 Indien huurder, na daartoe deugdelijk in de gelegenheid te zijn gesteld, niet binnen een
redelijke termijn meewerkt aan de inspectie en / of de vastlegging van de bevindingen en
afspraken in het document “overdracht van huurder aan verhuurder”, is verhuurder bevoegd de
inspectie buiten aanwezigheid van huurder uit te voeren en het document bindend voor partijen
vast te stellen. Verhuurder zal huurder onverwijld een exemplaar van dit rapport ter hand stellen.
15.7 Huurder is gehouden de door hem op basis van de huurovereenkomst en het document
“overdracht van huurder aan verhuurder” uit te voeren werkzaamheden binnen de daarin
vastgelegde – of nader tussen partijen overeengekomen – termijn[en] ten genoegen van
verhuurder uit te voeren c.q. te doen uitvoeren. Indien huurder, ook na ingebrekestelling, geheel of
gedeeltelijk nalatig blijft in de nakoming van zijn verplichtingen, is verhuurder gerechtigd zelf deze
werkzaamheden te laten uitvoeren en de daaraan verbonden kosten op huurder te verhalen.
15.8 Verhuurder levert het gehuurde ontruimd, vrij van gebruik, behoorlijk schoongemaakt en
onder afgifte van alle zaken die zich in, op, aan, naast of onder het gehuurde bevinden en aan het
gehuurde c.q. de verhuurder toebehoren, aan verhuurder. Huurder is verplicht alle zaken die door
hem in, aan of op het gehuurde zijn aangebracht, op eigen kosten te verwijderen. De niet
verwijderde zaken worden op kosten van huurder verwijderd.
15.9 Indien huurder het gehuurde niet uiterlijk op de laatste dag van de huurperiode ter afbouw
wederom in het bezit van verhuurder brengt, geldt het volgende. Over de tijd die voor verhuurder
met het wederom in bezit krijgen van het gehuurde is gemoeid [de tijd van afbouw daarin
begrepen], gerekend vanaf de datum van het einde van de huurovereenkomst, is huurder aan
verhuurder een bedrag verschuldigd, berekend naar de laatst geldende huurprijs en vergoeding
voor bijkomende levering van diensten, onverminderd verhuurders aanspraak op vergoeding van
de verdere schade en kosten.
15.10 Huurder staat ervoor in dat op de dag c.q. dagen die nodig zijn voor het demonteren en
verwijderen van het gehuurde door verhuurder, het betreffende terrein geheel vrij en ontruimd is en
goed is te berijden, ook voor [zware] vrachtwagens. Voorzieningen die voor een en ander nodig
zijn, worden door huurder getroffen en komen geheel voor zijn rekening.
15.11 Verhuurder is bevoegd de huurovereenkomst –geheel of gedeeltelijk- te ontbinden, indien de
huurder, na daartoe in gebreke te zijn gesteld en nakoming binnen redelijke termijn uitblijft, zijn
verplichtingen jegens de verhuurder niet nakomt.
15.12 Verhuurder is bevoegd de huurovereenkomst met onmiddellijke ingang te ontbinden, indien
de huurder surseance van betaling aanvraagt, in staat van faillissement komt te verkeren, de Wet
Schuldsanering Natuurlijke Personen [WSNP] op huurder van toepassing wordt verklaard of indien
huurder zijn onderneming geheel of gedeeltelijk staakt of overdraagt aan een derde.
15.13 Bij surseance van betaling, faillissement, WSNP, overdracht of staking van [het bedrijf van]
huurder,
is verhuurder gerechtigd onmiddellijk het gehuurde weer in zijn bezit te brengen. De
hiermee gepaard gaande kosten komen voor rekening van huurder.
Artikel 16: schade en aansprakelijkheid
16.1 Huurder neemt tijdig passende maatregelen ter voorkoming en beperking van schade aan het
gehuurde zoals schade als gevolg van kortsluiting, brand, lekkage, sneeuw, storm, vorst of enige
andere weersgesteldheid, in- en uitstroming van gassen, vloeistoffen etc. Huurder dient verhuurder
terstond op de hoogte stellen indien zich een dergelijke schade of gebeurtenis voordoet of dreigt
voor te doen.
16.2 Huurder is jegens de verhuurder aansprakelijk voor alle schaden en verliezen aan het
gehuurde tenzij huurder bewijst dat hem, de personen die huurder tot het gehuurde heeft
toegelaten, zijn personeel en de personen waarvoor huurder aansprakelijk is, daaromtrent geen
schuld treft of dat hem geen nalatigheid valt te verwijten.
16.3 Huurder vrijwaart verhuurder tegen boetes die verhuurder worden opgelegd door gedragingen
of nalatigheden van huurder.
16.4 Verhuurder is niet aansprakelijk voor de gevolgen van gebreken, die hij niet kende of niet
behoorde te kennen bij het aangaan van de huurovereenkomst.
16.5 Verhuurder is niet aansprakelijk voor schade toegebracht aan de persoon of goederen van de
huurder of van derden welke al dan niet aanwezig zijn in of rond het gehuurde. Huurder vrijwaart
de verhuurder voor aanspraken van die derden.
16.6 Huurder is aansprakelijk voor schade die het gevolg is van door of namens hem
aangebrachte veranderingen en toevoegingen. Huurder vrijwaart verhuurder voor aanspraken van
derden voor schade veroorzaakt door huurder aangebrachte voorzieningen en veranderingen.
16.7 Verhuurder is niet aansprakelijk voor belemmeringen in het gebruik van het gehuurde die
derden veroorzaken, of voor gebreken die zijn ontstaan doordat huurder zijn onderhoudsplicht niet
is nagekomen.
Artikel 17: Waarborgsom
17.1 Als waarborg voor de juiste nakoming van zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst zal
huurder aan verhuurder een waarborgsom betalen. Zo de huurder zijn verplichtingen niet, niet tijdig
of niet volledig nakomt, is verhuurder gerechtigd de waarborgsom onder zich te houden en te
verrekenen met de door verhuurder geleden schade, zonder dat daartoe toestemming van huurder
nodig is en ongeacht de mogelijkheden van verhaal van schade door verhuurder die de som van
de betaalde waarborgsom te boven gaat.
17.2 Zo de waarborgsom gedurende de huurperiode wordt aangewend door verhuurder, dient
huurder binnen een door verhuurder te stellen termijn opnieuw een waarborgsom te storten.
Artikel 18: verzuim en kosten
18.1 Het verzuim van een der partijen treedt in nadat de ene partij de nalatige partij schriftelijk in
gebreke heeft gesteld, heeft gesommeerd om binnen een redelijke termijn alsnog aan zijn
verplichtingen te voldoen, en aan deze sommatie binnen de gestelde termijn geen gehoor is
gegeven.
18.2 In alle gevallen waarin verhuurder een ingebrekestelling, een sommatie of een exploot aan
huurder doet uitbrengen, of in geval van procedures tegen huurder om deze tot nakoming van de
huurovereenkomst of tot ontruiming en ter beschikking stelling van het gehuurde te dwingen, is
huurder verplicht alle daarvoor gemaakte kosten, zowel in als buiten rechte, aan verhuurder te
voldoen.
18.3 Vanaf de dag van verzuim tot aan de dag der algehele betaling, is de huurder over het
verschuldigde bedrag de wettelijke rente verschuldigd aan verhuurder.
Artikel 19 Betalingen
19.1 De betaling van de huurprijs en van al hetgeen verder krachtens deze huurovereenkomst is
verschuldigd, zal uiterlijk op de vervaldatum in wettig Nederlands betaalmiddel –zonder
opschorting, korting, aftrek of verrekening- geschieden, door storting dan wel overschrijving op een
door verhuurder op te geven rekening of a contant.
Artikel 20: hoofdelijkheid
20.1 Indien verscheidene [natuurlijke of rechts-]personen zich als huurder hebben verbonden, zijn
deze steeds hoofdelijk en ieder voor het geheel jegens verhuurder aansprakelijk voor alle uit de
huurovereenkomst voortvloeiende verbintenissen.
20.2 De verbintenissen uit de huurovereenkomst zijn, ook wat erfgenamen en rechtverkrijgenden
van huurder betreft, hoofdelijk.
Artikel 21: boetebepaling
21.1 Indien huurder zich, na door verhuurder behoorlijk in gebreke te zijn gesteld, niet houdt aan
de in de huurovereenkomst en de in deze algemene huurvoorwaarden opgenomen voorschriften,
verbeurt huurder aan verhuurder, voor zover geen specifieke boete is overeengekomen, een direct
opeisbare boete van 20% van de totale huursom per dag voor elke dag dat huurder in verzuim is.
In dit verband geldt een gedeelte van een dag als een volle dag. Het vorenstaande laat onverlet
het recht van verhuurder op volledige schadevergoeding.
Artikel 22: klachten en geschillen
22.1 Huurder zal wensen en klachten schriftelijk indienen. In dringende gevallen zal dit mondeling
kunnen geschieden. In dergelijke gevallen dient de huurder de wens of klacht zo spoedig mogelijk
daarna schriftelijk te bevestigen.
22.2 Op de huurovereenkomst en deze “Algemene Huurvoorwaarden RBK B.V.” is Nederlands recht
van toepassing.
Artikel 23: overige- en slotbepalingen
23.1 De “Algemene Huurvoorwaarden RBK B.V.”
zijn met uitsluiting van eventuele [algemene]
voorwaarden van huurder, van toepassing.
23.2 Indien een deel van de huurovereenkomst of van deze algemene huurvoorwaarden nietig of
vernietigbaar mocht blijken, dan laat dit de geldigheid van het overige deel van de
huurovereenkomst en “Algemene Huurvoorwaarden RBK B.V.” onverlet.